Er is jammer genoeg geen directe trein meer vanaf hoek van holland naar Moskou. Dus moeten wij drie keer overstappen om in Moskou aan te komen, Geldermalsen, Utrecht, Amersfoort en Hannover. In 34 uur zijn we 2000 kilometer van huis, en zijn we in onze laatste Europese stad voor de komende tijd. Om een invasie met de trein van een ander land te voorkomen heeft Rusland zijn eigen spoorbreedte. Per treinstel worden we omhoog getild, en het onderstel wordt onder ons vandaan gereden, om door een smallere vervangen te worden.
In Moskou aangekomen geven we het restant Nederlandse appeltaart aan de conducteur, en met de metro rijden we naar het hotel Rossia. Het is een oerlelijk, maar praktisch communistisch gebouw, met uitzicht op het rode plein. Wij kijken natuurlijk uit op de zeer lelijke toren van het hotel. De metro’s in Moskou zijn een waar spektakel. Diep onder de grond raast de metro door een ingewikkeld gangenstelsel. Voor 4 Roebel (fl. 0,40) ben je in een mum van tijd overal. Metro gemist, dan moet je maximaal 3 minuten, en in de spits net 1 minuut wachten voordat er weer een metro komt. Ook de metro’s zijn ware kunstvoorwerpen. Ieder metrostation is in een andere stijl, maar de meeste hebben wel iets met communisme te maken. Al het pracht en praal van de communistische heilstaat is weergegeven in de gangen van de metrostations. En dit onder toeziend oog van beeltenissen van Lenin.
Het mausoleum van Lenin staat op het rode plein dat tot onze verbazing niet rood maar grijs is. De oude naam van het plein was mooi plein. In het Russisch wordt hetzelfde woord gebruikt voor mooi en rood, dus was tijdens het communisme de naamsverandering overbodig.
Het Kremlin is zo’n begrip dat een kind dat opgegroeid is tijdens de koude oorlog doet rillen. Communisme was slecht, en zij waren de grote vijanden van de vrije wereld. Nu lopen we hier rond, met alle gevoel van vrijheid kijken we naar al het moois dat toen zo ver weg leek. Iedere avond was vroeger wel de Basilus basiliek met zijn slagroom toet vormige koepels op het journaal. Voor de basiliek stond een verslaggever het laatste over de CCCP te melden, en nu staan we hier zelf. Het is allemaal een beetje onrealistisch. Aan de andere kant van het Kremlin staat het warenhuis Goem, een symbool voor de veranderingen in Rusland. Geen communistische producten meer, maar al de pracht en praal van het kapitalisme. Alleen maar luxe producten die wij arme Hollanders niet kunnen kopen, maar Moskou behoort dan ook tot de duurste steden ter wereld.
De interesse voor Lenin is niet zo groot meer, en sommigen willen hem eindelijk eens onder de grond stoppen. Een grote groep toeristen en wat russen die bezig zijn met de grootste hobby van de russen; voordringen staan in de rij voor deze eerste communistische leider. Na jaren in de rij te hebben gestaan voor de levensmiddelen, willen ze nu niet meer wachten en alles moet snel gebeuren. Als we voorbij het eerste hek zijn word er gelukkig streng op toegekeken dat mausoleum van Lenin wordt benaderd met het respect dat hij verdient. Absolute stilte, geen handen in de zakken, geen fototoestellen, en heel rustig moet iedereen het mausoleum inlopen. De trap af, en in een mooi verlichte kamer ligt hij daar dan al 80 jaar in pak, en nog steeds net zo kaal. Het is een klein mannetje, maar hij had grote plannen voor zijn volk. Hoe zou de wereld er uit hebben gezien als hij was opgevolgd door de denker en ideoloog Trotski, in plaats voor de grote dictator Stalin? Als we het mausoleum uitlopen lopen we langs grafstenen van andere leiders van de Sovjet unie; Bresnev, Andropov, Kalinin. Het graf van Stalin is het enige dat vol staat met bloemen. We konden ons niet voorstellen waarom 1 van de gruwelijkste dictators van de wereld, een man die miljoenen de dood indreef, zoveel belangstelling krijgt. Maar Rusland zit niet te wachten op ideologen. Vooral nu denken ze terug aan de goede oude tijd dat hun land het machtigste van de wereld was. Iedereen kan in Rusland op een plein gaan staan en een revolutie ontketenen. Een groot leider die een nationale trots kan creëren is wat er ontbreekt.
Arjan heeft altijd veel interesse gehad voor ruimtevaart. Voornamelijk was hij gericht op Amerikaanse ruimtevaart, want alles vanuit Amerika was natuurlijk altijd beter, vooral in de koude oorlog. Arjan wordt toch erg stil als hij de beelden en monumenten ziet van de pioniers van de Russische ruimtevaart. Joeri Gagarin zat bij de verkeerde partij, maar was toch een held.
In de wijk VDNKH staat naast het kosmonauten museum een heel groot park waar vroeger al de pracht en praal te zien was van de communistische heilstaat. Op de grote toegangspoort staat een betonnen boer en boerin ons met een korenaren welkom toe te zwaaien. Vroeger was dit park verplichte kost voor iedereen die een bezoek aan Rusland bracht. Na een lezing over hoe goed het communisme is, werd je door het park geleid. De vijvers en fonteinen zijn met goud bedekt. De grote protserige gebouwen zijn met afbeeldingen van hamer en sikkel en revolutionaire boeren versierd. In de gebouwen werden alle facetten van het communisme tentoongesteld. De omgeving is nog steeds hetzelfde, de buitenkant van de gebouwen zouden nog steeds de grootste kapitalist tot communisme doen bekeren. In de gebouwen staat het hier nu vol met waar het gehele park zo tegen was. Het collectieve bezit is ingeruild voor materialisme. De hallen waar tentoonstellingen waren over de onderwerpen kosmos, elektriciteit, boeren, sport, delfstoffen zijn nu gevuld met tv’s, radio’s, computers en andere dure consumptiegoederen. Het park zit vol mensen die van het lekkere zonnige weer aan het genieten zijn. De vrouwen lopen met de kortste rokjes en de meest onpraktische feestjurken rond, en niets doet denken aan de grauwe kleding van toen.
Nadat we tot het laatste moment hebben moeten wachten voordat we van de Intourist onze treinkaartjes krijgen om verder te gaan, stappen we in de trein ons naar het 6310 kilometer verder gelegen Ulan-Bator zal en dus de komende dagen ons thuis zal zijn. Van wagon 1 worden we naar wagon 2 gestuurd, en dan weer terug. Voor ons is het duidelijk wat onze cabine is, maar we kunnen onze provodnitsa, vrouwelijke conductrice, niet duidelijk maken dat ze op de verkeerde tickets zit te kijken. We zijn maar in de cabine naast de onze gaan zitten, deuren dicht en we zien later wel verder als het weer wat rustiger is. Er zitten niet zo veel westerlingen in de trein, het zijn voornamelijk Mongoolse handelaren die hun hele cabine hebben volgepropt met hun handelswaar. Overal staan dozen met viltstiften, tapijten, kleden, plastic en leren jasjes, hoge hak schoenen, en zakken vol maandverband.
Als we de volgende ochtend wakker worden in onze vier persoon cabine die we met z’n drieën delen kunnen we gelijk gebruik maken van de raam-service, en kopen een zak broodjes van een oud Russisch vrouwtje. Af en toe zoeft een dorp of een stad voorbij, nu en dan eens een rivier maar voornamelijk zien we grote vlaktes met bomen. Het lijkt saai, maar dat is het zeker niet. Als er buiten niets gebeurt, dan is er binnen wel wat aan de hand. We leren van een Mongools meisje Mongoolse liedjes en dansjes. Adam, een Engelse gozer die een paar cabines verderop zit, komt om 8 uur ’s ochtends ons straalbezopen vertellen wat hij vanochtend allemaal al heeft meegemaakt. We snappen niet al te veel van wat hij zegt, maar als we in zijn cabine een kijkje gaan nemen snappen we alles. Hij deelt zijn cabine met drie russen, en buiten de gedroogde vis die het hok tot een stink hok maakt, hebben ze vanochtend ontbeten met wodka. Verder spelen ze dronken heel de dag een kaartspel waarvan niemand de spelregels kent, erg gezellig. Op het volgende station staan we weer een kwartier stil. De perrons staan al vol met russen die wachten op de trein. De mongolen staan zich al met hun spullen bij de deuren te verdringen, want ze hebben een kwartier de tijd om hun spullen te verkopen. Wij lopen tussen deze gekte om weer wat eten in te slaan voor het volgende stuk, en een Russin loopt trots met haar nieuwe aankoop, wit met zwart gestippelde hoge plastic schoenen. Als de trein wegrijdt moeten een mongool nog een sprintje trekken om nog aan boord te komen. Er moest nog even een laatste verkoop gedaan worden, en met de niet verkochte spullen springt hij weer op de trein.
De avond voordat we Mongolië zullen binnenrijden is het in de trein een gigantische drukte. Het hele gangpad staat vol met dozen vol spullen die niet verkocht zijn, en overal gaan luiken en vlonders open om de spullen te verbergen. De trein verandert in een grote smokkeltrein. Wat niet meer verstopt kan worden, moet op een andere manier opgeruimd worden. De meesten op de trein zijn dan ook stomdronken van de laatste flessen wodka. Arjan loopt door het gangpad en probeert wat marsen te kopen die in een grote kist zitten. Geen handelaar wilt die nu verkopen, erg vreemd. De douane lijkt heel grondig alles te controleren, ze openen luiken en vlonders, maar als ze dan een doos zien, maken ze die niet open. De douaniers lopen rond met ieder een plastic zak, en als de doos met marsen wel wordt opengemaakt wordt een handje eruit genomen met een blik in de ogen, ‘ik zie geen wodka en kaviaar’.
Galerij niet gevonden.