Simeon hangt uit het raam en hapt naar adem, Els zit ook met een open raam te schaterlachen en Arjan belooft dat dit echt de laatste keer is dat hij lifters meeneemt deze vakantie. Nadat we onze tocht van Kutaisi naar de Zekari-pas moeten afblazen omdat de weg niet begaanbaar is, rijden we via een alternatieve route naar het zuiden. Ook deze weg is voornamelijk gemaakt van harde aarde met grote gaten, wat kiezels en grote stenen. Het is volgens Google maps de doorgaande weg, en de komende 60 kilometer moeten we net binnen de 2 uur kunnen rijden. Erg blij zijn we dat we net een wat stevigere 4-wheel drive auto hebben gehuurd. Er rijden ook wat Mercedessen rond op deze weg, maar dat heeft meer met status te maken dan met gezond verstand. In een dorp onderweg nog even wachten tot het brood weer vers uit de oven komt, en langs de weg, tussen de rotsen houden we een picknick. In zo’n dorp loopt ook een man te liften, hij wil naar de grote weg gebracht worden zo’n 15 kilometer, oftewel een half uur rijden, verderop. Ach, waarom ook niet? Totdat hij bij ons binnen zit. De walm van alcohol verhult in eerste instantie de geur van zijn lichaam, maar niet voor lang. Wij spreken geen woord Georgisch, maar we hebben gemerkt dat dat hier geen probleem is om elkaar toch te begrijpen. De weg gaat via wat haarspeldbochten naar beneden, maar hij gebaart dat we het uitgesleten spoor door het gras moeten nemen. Dit loopt stijl omlaag, en de onderkant van de auto schraapt tegen de harde aarde aan. Een stuk verderop gebaart hij weer dat we dat moeten doen, maar Els roept “Wie navigeert hier nou, hij of ik?!”. Ze vond het vorige olifantenpad ook al niet het beste idee. Opgelucht kunnen we hem bij het café uit de auto zetten, en zelf rijden we weer over een mooi stuk asfalt. Niet te lang want als je eenmaal die andere wegen hebt gehad is asfalt wel heel erg saai.
Anderhalve week eerder is de 14-daagse vakantie naar Georgië begonnen met een vlucht van Amsterdam naar Tbilisi, de hoofdstad. We komen aan op de vooravond van Orthodox Pasen, en ons appartement is net een paar straten verwijderd van de belangrijkste kathedraal waar de viering op televisie wordt uitgezonden. Honderden mensen zijn naar de Sameba kathedraal toegekomen om het heilige licht uit Jeruzalem te bewonderen en met kaarsen 3 keer de kathedraal rond te lopen. Voor Simeon is het toch wel erg indrukkend om gelijk na aankomst in een vreemd land tussen al die mensen rond te lopen in de kathedraal, en de sfeer van bedelaars bij de ingang. De volgende dag bij licht ziet alles er weer wat leuker uit voor hem. We vinden het heel ontspannend om in Tbilisi rond te lopen, mensen zijn behulpzaam en vooral geduldig en hebben de wil om je te begrijpen. Een grote meerderheid van de bevolking is Georgisch Orthodox en overal zijn er kerkjes en kapelletjes. Er zijn badhuizen waar we een uur een ruimte met een badje met warm bronwater gebruiken. Wij gaan een stukje verderop een wat minder bezocht monument bekijken. Diep onder de grond met de metro, een stuk lopen, navragen, en een heuvel op en dan komen we aan bij The Chronicle of Georgia. Dit bouwwerk, waarvan de bouw begonnen is in 1985, is nog steeds niet af. Waarschijnlijk omdat er na de val van de Sovjet-Unie geen geld meer voor was. Het zijn kolossale pilaren met daarop de grootheden van Georgië en afbeeldingen van het leven van Jezus.
Met de huurauto rijden we Tbilisi uit naar wat zuidelijker gelegen oude grotkloosters. Het rijden is in het begin nogal chaotisch. Van alle kanten wordt er ingehaald, staan auto’s stil waar weer omheen gereden wordt. Hoe de voorrangsregels zijn blijft heel de tijd onduidelijk. Waarschijnlijk heeft de eerste die bij een kruising komt, of het meeste lef heeft, voorrang. Gelukkig gebeurt dit allemaal met relatief lage snelheden en als je gewoon meedoet is het goed te doen. We zijn snel van de hoofdweg af, en al snel is er bijna geen verkeer meer, maar ook bijna geen weg. Als snel vragen we ons af of dit wel goed gaat en of we met deze slechte wegen geen gezeur met de autoverhuurder krijgen. Er was een lijst van wegen waar we niet op mochten, maar die hebben we natuurlijk niet gelezen en nu gaat de gedachte door ons heen of dit zo’n weg is. Geleidelijk aan wordt de omgeving ruiger en de weg steeds slechter. Als we na het klooster weer op de grote weg zijn is het lekker om op asfalt te kunnen rijden langs de vele wijnvelden. De slechte wegen wennen snel en als ze een dag later nog slechter zijn, zijn we niet verbaasd. Zo belanden we op de Military-highway. Dit is de verbindingsweg voor vrachtwagens met Rusland. De vrachtwagens rijden in konvooien, dus als je daarvoor of een eind erachter zit heb je geen last van de stinkende uitlaatgassen van de diesels die hard moeten werken om uiteindelijk op 2379 meter de pas over te kunnen. Adembenemende uitzichten en aan de bergkant een muur van ijs en sneeuw. We moeten de Military-highway weer helemaal terugrijden om met een bocht om het door Rusland gecontroleerde Zuid-Ossetië te rijden.
Een weg die we vanaf deze dag gaan mijden is de E60. Deze loopt midden door Georgië en is saaaaaai. Kaarsrecht waar de autosnelweg al klaar is, en dan door steden heen om een stukje verder weer op de autosnelweg te komen waar deze weer klaar is.
Op weg naar Kutaisi komen we langs Gori, een stad waar we een dag verblijven voor de grotwoningen van Uplistsikhe en het Stalin museum (Stalin is hier geboren). In China hebben we al heel wat propaganda musea gezien, dus hadden er een voorstelling van. Een groot protserig gebouw waar de hoogste entreegelden worden gevraagd om naar binnen te kunnen. Russen staan met hun CCCP T-shirts aan klaar om een foto te maken naast het beeld van een van de grootste dictators ooit. De muren van de zalen hangen vol met tapijten van het gezicht van Stalin, en heel veel foto’s waarop moet blijken hoe geliefd hij was. De lofspreuken onder de foto’s ontgaan ons jammer genoeg doordat dit alleen in het Russisch en het Georgisch is. Georgisch is voor ons een taal die niet te begrijpen is, maar ook een schrift waar we niets mee kunnen. Gelukkig zijn bijna alle borden ook in romaanse letters, want uit kringeltje, kringeltje, kringeltje kunnen we geen letter halen. Om de dag na dit teleurstellende bezoek goed te maken gaan we zalige taart eten.
In ქუთაისი aangekomen luieren wat in weer zo’n heerlijk groot appartement een stukje buiten de stad. Als mensen uit een kaasland voelen we ons helemaal thuis wat ze zijn hier helemaal gek op kaas. Brood met kaas erin, Brood met kaas erop, brood met kaas erin en erop, brood met kaas en een ei erop. Alle combinaties zijn er en allemaal verrukkelijk. Maar ook stoofpotjes, aubergine met walnoot, spiesjes met vlees, kaas pizza’s en een stukje brood met losse kaas maken het eten goddelijk.
Vanuit ons appartement zien we in het zuiden de besneeuwde bergtoppen van de Kleine Kaukasus, en in het noorden de besneeuwde bergtoppen van de Grote Kaukasus. Met een busje rijden we die grote Kaukasus in om daar te gaan raften op de Rioni rivier. Na de teleurstelling van ons raften van de vorige vakantie wil Simeon nu meemaken wat echt raften is. Vorig jaar in Cesky Krumlov, Tsjechië vonden we het al zo vreemd toen we voor het raften geen helm kregen en in een kleine opblaasboot de rivier af werden gestuurd zonder verder instructie. Brallende mensen in bootjes om ons heen over een rivier die we kwalificeren als categorie nul punt nul nul nul nul nul nul twee. Simeon wilde meemaken wat hij op die filmpjes op YouTube ziet over raften. In een boot met 6 gaan we de rivier af die op dit stuk gekwalificeerd is als categorie II en III. Lekkere stroomversnellingen tussen de prachtige bergen. Het raften zelf is nog iets te zwaar voor een 11-jarige, maar na een tijdje mee peddelen gaat Simeon in het midden zitten. Alle golven van de rivier over je heen krijgen is een spectaculaire ervaring. Na het raften een barbecue. Een toast kan niet ontbreken, dat is een serieuze aangelegenheid hier. Om de beurt wordt er op van alles een toast gedaan. Alleen wij drinken steeds een paar slokjes van de zelf gestookte tsjatsja (chacha) op want de raft instructeurs moeten nog werken en rijden. Gaumarjos! Proost!
Vanaf de wederom prachtige grotwoningen bij Vardzia (ვარძია) rijden we via een spectaculaire weg met haarspeldbochten via Apnia, Achalkalaki, Ninotsminda en het Paravani meer naar Tsalka. We hebben 3 reisgidsen bij ons, maar geen van de drie beschrijft de prachtige weg en de kloof bij Tsalka. Vanmorgen werd ons terloops verteld dat dit een leuke tussenstop was. Stijl naar beneden lopen om daar bij een mooie waterval muur te komen. We zijn niet de enige want ook een tv-ploeg gaan ongeveer tegelijk met ons naar beneden. Ze vinden het wel erg leuk om ons te filmen te interviewen over hoe mooi wij Georgië vinden. Want ze zijn allemaal heel trots op hun land.
Op weg terug naar Tbilisi krijgen we weer een bericht van de autoverhuur. Of de plek waar ze de auto kunnen ophalen en de tijd nog steeds hetzelfde zijn. En dat de auto schoon ingeleverd moet worden. Schoon? Dat meen je niet. Na alle wegen is er nog maar weinig schoon aan de buitenkant van de auto. De auto was hokken zijn al gesloten en we gaan maar in het hotel kijken of we met een emmer en doek de auto schoon kunnen krijgen. We worden opgebeld door de autoverhuur, of ze de auto niet gelijk kunnen ophalen, want ze weten dat we al in het hotel zijn aangekomen. Nee want we willen nog gaan eten en de auto moet nog gewassen worden. Gelukkig hoeft dat wassen niet als de auto gelijk opgehaald kan worden.
Na een korte nacht en voor Simeon de zoveelste donut van Dunkin Donuts vliegen we na een geweldige vakantie weer terug naar huis.
Galerij niet gevonden.