Simeon wil je met Opa en Oma mee naar Nederland? “Nee ik wil naar Vietnam, want ik weet nog niet hoe Vietnam eruit ziet.”

Het land van de scams komen we binnen met onze eigen kleine scam. Een visum voor Vietnam kost 50 euro per persoon, en die moet je dan bij de ambassade van Vietnam regelen. Mensen die met een reisorganisatie reizen kunnen met een visum autorisatie een visum voor $25 kopen bij aankomst op het vliegveld. Toevallig kwamen we een site tegen waar je deze visum autorisatie voor ons alledrie voor $40 kan kopen ook al kom je individueel het land binnen. We krijgen een brief met een lijst van mensen die de zelfde dag op deze manier het land binnen komen en daar tussen staan wij ook genoemd. Op het vliegveld van Bangkok zijn we blij dat de eerste fase goed is gegaan, we krijgen onze boardingpass. Op het vliegveld van Ho Chi Minh stad staan er meer mensen met allemaal de zelfde soort brief, maar zij zijn van een echte groep. Er zijn al een hoop mensen opgeroepen voor hun paspoort met visum op te halen, en het wordt dus steeds spannender, en dan horen we onze namen. Het is gelukt, en met een mooie grote plakker in ons paspoort kunnen we de komende maand door Vietnam reizen. We pinnen met maximale bedrag van vier miljoen Ðong, ongeveer $200, waar we een paar dagen van kunnen leven. Dit hoge pin maximum kunnen we jammer genoeg later nooit meer vinden en moeten genoegen nemen met 2.000.000 per transactie. We lopen van het internationale aankomsthal naar de binnenlandse aankomsthal totdat we een taxi tegenkomen die ons voor een redelijke prijs naar de binnenstad wil brengen. Het is inmiddels donker, we zijn alledrie moe en we kiezen uit de Lonely planet een hotel. Het blijkt een hotel vol waarschuwingen te zijn. We moeten voorzichtig doen met de deur, indien deze dichtgegooid wordt gaat deze kapot en dat kost een nieuwe deur. Het boek met de regeltjes kapot maken kost $10 en niets in de kamer mag verplaatst worden. Alles met een waarde van meer dan $5 moet bij de receptie ingeleverd worden. Indien je dit niet doet is het hotel niet aansprakelijk voor diefstal. Arjan krijgt hier een heel naar gevoel van, en stopt alles snel in de kast die op slot kan. De sleutel van de kamer weigert hij in te leveren, ook al roepen ze hem na dat dat $20 kost. Bij het restaurant om de hoek eten we een heerlijke gevulde vietnamese pannenkoek, en Arjan heeft eindelijk zijn Pho, vietnamezen noedel soep.

De eerste dagen als Arjan wakker wordt roept hij “Good morning Vietnam!!” en zet “Paint it black” van de Rolling Stones op. Vietnam heeft nooit hoog op ons lijstje gestaan om naartoe te gaan. De hoofdreden is de negatieve verhalen die we er elf jaar geleden over hoorden. Het waren alleen maar verhalen over toertjes, scams en mensen die afgezet werden. Laat ons dan maar lekker in Pakistan en Iran reizen. Om nog 7 weken in Thailand te blijven vonden we een beetje veel, vooral als de helft van het land onder water staat. Onze eerste keuze was om naar Indonesië te gaan, naar daar blijkt de moesson nu te gaan beginnen. Met het vooruitzicht op nog een maand in de regen lopen besluiten we dan toch maar naar Vietnam te gaan. Eigenlijk is het wel erg leuk om naar een land te gaan waar we niet zoveel van weten, en het zal nu zaak worden om eens wat over de geschiedenis en interessante plekken te gaan lezen. We hebben wel eens een musical en film gezien, maar die gaan eigenlijk allemaal over de amerikaanse oorlog zoals dat hier heet. We lopen naar het War Remnant museum waar we de gruweldaden die de Amerikanen hebben aangericht in prachtige fotos aanschouwen. Napalm, Agent orange en de gevolgen, het uitmoorden van dorpen en de foto’s dat er wereldwijd geprotesteerd werd tegen deze oorlog. Hoe leg je Simeon uit wat er gebeurd is en wat voor gruweldaden mensen elkaar aan kunnen doen? Gelukkig komt hij zelf met de oplossing: “En toen kwam Finn McMissile en die pakte alle wapens af. En toen was er geen oorlog meer.” Als we de helft van het museum gezien hebben wordt het gebouw met grote precisie ontruimd. Het is twaalf uur, en er moet gegeten worden. We lopen verder naar wat de mooiste pagoda van Saigon moet voorstellen, maar deze valt vies tegen. Simeon is moe van twee reisdagen en wil eigenlijk alleen dat zijn vader Chop Chop Caveman op de IPad speelt.

“Dit is de dag dag dat Finn en Holly Roza nog niet kenden. Finn en Holly woonden in de tunnels. Toen ze Roza voor het eerst zagen zei Holly : we gooien er een bom op. Toen ze Roza wel kenden gingen ze feestvieren.”
We moeten op tijd zijn voor de bus, en een uur later gaat de bus dan eindelijk op weg naar de Cu Chi tunnels. Nog een plaspauze onderweg, en toevallig verkopen ze daar ook allemaal dingen en dan zijn we er. De Cu Chi tunnels zijn een netwerk van tunnels die met de hand zijn gegraven waar de VietCong letterlijk onder de Amerikanen woonden. De Amerikanen snapten er niets van waar steeds die VietCong vandaan kwamen, en waar ze naartoe gingen. We krijgen een rondleiding langs bommen, een tank en poppen die het leven van de Vietcong uitbeelden. Iedereen wacht op de echte tunnels, maar eerst nog langs de schietbaan. Voor 1 euro per kogel kan je een M60 of een AK47 uitproberen. Nog 7 jaar en Arjan wil die AK47 wel uitproberen, maar voor nu is het genoeg om de harde knallen te horen en anderen te zien schieten. Dan komen eindelijk de tunnels. Deze tunnels zijn twee keer zo groot gemaakt voor toeristenkonten en we passen er inderdaad net in.

“…So we gotta make a new life where they´ll never find us
You know where?
Underground
You should see it down there – hundreds of miles of drains
Sweet and clean now after the rain, dark, quiet, safe…
We can build houses and everything start again from scratch
And what’s so bad about living underground eh?
It’s not been so great living up here
If you want my opinion…”

Voor de gene die hebben opgelet bij “War of the worlds” is dit het stuk waar het leven ondergrond als alternatief wordt geschetst. Na 20 meter onder de grond kan je er weer warm en bezweet uit. Ik zou het er geen dag volhouden, laat staan 20 jaar. Simeon woont ook liever in Nederland, in het licht. En altijd levend met de vijand boven je hoofd en met giftige duizendpoten en spinnen, malaria. Sommigen van de groep komen niet verder dan de ingang, maar Simeon wil natuurlijk nog wel een keer, want dit is de meest geheime route van allemaal.

In Cambodia waren het vooral fietsen die je op straat zag, Thailand zijn het de auto’s en Vietnam bestaat het straatbeeld voornamelijk uit brommers. Vanuit alle straten komen er duizenden aanzetten, en de verschillende stromen lijken elkaar elkaar omstebeurt weg te duwen. De sporadische auto´s die ertussen rijden proberen met een doorlopend getoeter een doorgang te maken. “The busdriver is a playboy because he has scooter, he has many mistresses, me I have no scooter so no girlfriend.” weet een gids grappig te vertellen. De brommer heeft er ook toe geleid dat het nationale hoofddeksel niet meer de rieten konische rijsthoed (Non La) is maar een helm. Hij wordt niet meer afgezet en overal gedragen. De vrouwen zijn daarnaast gek op hun pyjama´s waardoor ze niet helemaal lijken op de vietnamezen vrouw uit Miss Saigon. Als voetganger ga je heel rustig van de ene kant naar de andere, zodat iedereen de tijd heeft als alle kanten langs je heen te scheren.

Simeon ziet een vrouw iets doen wat hij nog niet zoveel gezien heeft “Is dat nou roken?”. Er zijn heel veel rokers in restaurants en op staat. In tegenstelling tot Thailand waar je overal borden zag dat roken verboden is en dat er 40 euro straf op staat.

Vietnam is 1000 jaar bezet geweest door de Chinezen, en de chinezen invloed is goed te zien op straat. In de parken worden de Tai chi en dansoefeningen gedaan. De Fransen hebben hier 95 jaar gezeten, en overal kan je mini stokbroodjes kopen. De Amerikanen hebben hier 10 jaar gezeten en als we Saigon uitrijden zien we overal Amerikaans oorlogstuig. We gaan op weg naar Da Lat met een open bus, 310 kilometer noordelijk. Open bussen zijn luxe lijnbussen tussen de toeristische plekken. Deze zijn ontstaan voor de backpackers, maar blijken ook heel populier bij de vietnamezen. Het duurt tijden voordat we eindelijk de stad uit zijn. De hoofdweg is een tweebaansweg waar iedereen toetert dat ie er langs wil. Maar het schiet niet op want het zit ook nog vol brommers, afslaand verkeer en gaten die met losse stenen worden gedicht. “Kijk ze maken een nieuwe hobbelweg” merkt Simeon op. Soms denken we dat alles langs Simeon heen gaat, en dat hij niet naar buiten zit te kijken totdat hij roept “Kijk eens wat een mooie kerk”. Langs de weg is de ene kerk na de andere, met 15% van de bevolking zijn de katholieken een grote minderheid, in de tijd van de zuid-vietnamezen staat was het de machthebbende minderheid. Gelukkig worden we geëntertaind met 5 uur lang een vietnamezen versie van de Lamas en veel gezang, met een volume zodat ook de slechthorende medereiziger ervan kan genieten. Naast ons zit een vietnamezen wat zakjes te vullen. Halverwege kan zij en de rest van de bus de maag weer vullen in een restaurant. Gelukkig wordt de DVD op pauze gezet want we willen natuurlijk niets missen. Dit zijn van die ritten waar je goed kan nadenken wat je verder met je leven wilt. Een ding is zeker, we willen niet meer van deze busritten en we boeken bij aankomst een vlucht naar Hoi An. Na 8 uur zijn we dan eindelijk in Da Lat.

Ook in Da Lat is Simeon de attractie met zijn blonde krullen, en sommige gaan echt te ver om te kijken of het allemaal echt is. Blank, blond, krullen, grote ogen is helemaal het ideaalbeeld voor een vietnamees, alleen willen ze het liefst ook nog dik. We zijn alledrie ziek en kunnen het vandaag wat minder hebben dan normaal. Dit dorp mag dan het kleine Parijs zijn, maar Arjan kan de boulangeries niet vinden. Overal zijn er broodjes karretjes die belegde broodjes verkopen, maar op de nuchtere maag ziet het beleg er niet erg aanlokkelijk uit. Uiteindelijk kopen we maar droge broodjes die we met La vache qui rit, Franse koetjeskaas, beleggen want dat is het enige broodbeleg dat we kunnen vinden. In de koffiehuis drinken we nog een koffie. Dit is lastiger dan het lijkt, want hoe werkt dat hier? De thee die we bij de koffie krijgen zijn we al gewend. Naast de thee krijgen we een schaaltje warm water waar een glaasje gecondenseerde melk in zit en daarbovenop een metalen bakje. Als Arjan het bakje opendoet ziet hij er koffie in, en zet het op tafel neer en roept hulp. Snel wordt het bakje weer teruggezet want dit is niet een koffie bakje maar een filter waar de koffie langzaam uitdruipt. Een grote plas koffie ligt op tafel en op de grond.

We beginnen door te krijgen dat bijna iedereen in Vietnam rondreist met toertjes. Dus wij gaan ook mee met een dorp toertje op de brommer. Els zit op haar eigen motortje, Arjan deelt de brommer met Simeon die voor hem zit en er zijn er nog drie die met de onze gids Sun meegaan. Een leuk toertje langs een markt, een krekel kwekerij waar we nog even krekels kunnen eten en een zijdefabriekje waar we nog even een zijde rups kunnen eten. Koffieplanten, een grote waterval en een minderhedendorp bezoek en tegen de middag als we gaan eten is Simeon helemaal op en ligt te slapen als wij tijdens de lunch worden bijgepraat over gewoonten en gebruiken in Vietnam en bij de minderheden. De minderheden leven in grote armoede, maar laten zich ook niet makkelijk verleiden tot het moderne leven. Van gratis ziekenhuizen en opleidingen wordt maar sporadisch gebruik gemaakt, omdat het gebruik is om op korte termijn te denken, en ze erg vasthouden aan eigen tradities. Als een ziekenhuisbezoek ook nog wordt beloond met geld dan zijn ze weer wel over te halen. We weten nu dat onze thaise beleefdheidsvorm door met de handen bij elkaar te bedanken hier niet echt aardig overkomt : Ik begroet u als een dode. De duim omhoog is meer Fuck you, and een middelvinger omhoog is hier onschuldig “1”. Na de lunch zijn we allemaal gaar, maar we zijn nog maar halverwege en moeten nog 60 kilometers terug. Er is een dreigende lucht en daarom wordt de paddenstoelen kwekerij er nog even snel doorheen gejaagd en net in de bui zijn we terug in Da Lat. Els haar lijf doet nu overal zeer en ze kan amper nog het stuur vastgrijpen, want 120 kilometer brommeren is iets te veel voor haar. Simeon is uitgeslapen en wil alleen maar stuiteren totdat hij na het eten terug in het hotel is en gelijk slaapt.

Jaren geleden had Arjan van Donnella, een Canadese vriendin, een T-Shirt uit Vietnam met daarop de opschrift “Tin Tin in Vietnam” gekregen. Op het werk stapte een keer iemand bij hem in de lift die de slimme opmerking had “Ben je in Vietnam geweest?” , waarop Arjan gelijk wist te antwoorden “Nee, maar Kuifje ook niet!”. Er is een TinTin hotel in Saigon en je ziet heel veel T-Shirts en covers op hout van Kuifje zijn avonturen in Vietnam. Bij een zoektocht naar de stripboeken van Kuifje in Vietnam of Kuifje in het vietnamees komen we niet ver. Ze snappen niet waar we het over hebben. Een verkoopster van wie de winkel vol staat met kuifje spullen staat zelfs verbaasd te kijken: “Is er dan ook een boek van?” Met Kuifje in Thailand hadden we al meer geluk. Alhoewel hij officieel ook nooit in Thailand is geweest, heeft hij na de dood van Hergé toch nog wat bijgebeund in een heel slecht boek , waarin hij op alle mogelijke manieren van van de Thaise geneugten geniet.. Alle auteursrechten worden geschonden in dat boek, dus doen wij ook niet zo moeilijk over deze rechten en downloaden de pdf.

De buren dachten : Laten we eens gek doen en ons huis roze verven. Toen kwamen er in 1990 nieuwe buren naast wonen, die het nog gekker maakten. Het resultaat is het Crazy House. Met wat geld van haar vader en een opleiding aan de kunstacademie in Moskou is dit een project dat waarschijnlijk in 2015 klaar zal zijn. Het huis is een soort boomhut uit de Efteling, en in het huis zijn 6 kamers die ook nog gehuurd kunnen worden. Simeon wide heel de dag niets doen, maar hier leeft hij helemaal op want dit is weer een ultieme geheime route plek. Fawlty Towers is gedegradeerd tot een gewoon hotel als je hier verblijft. Alleen het management is hier wat normaler. In de buik van de giraffe verstoppen we ons, en alhoewel het best druk is in dit hotel duurt het erg lang voordat iemand anders deze kamer weet te vinden. Simeon is er niet weg te krijgen, en weet weer een nieuwe weg te vinden die in ieder geval niet naar de uitgang gaat.

Met de taxi gaan we naar het vliegveld. We spreken van te voren 300.000 Ðong af, maar de meter gaat ook gelijk aan. Als we een paar kilometer aan het rijen zijn gaan we rekenen. We weten dat het vliegveld 30 kilometer verderop ligt. Met deze snelheid komen we boven de 400.000 Ðong uit. Wat zijn al die dingen op de meter. H zal wel hoog tarief zijn. Hoe gaan we dit aanpakken, hebben we het wel goed afgesproken? We gaan echt niet meer betalen, maar op 10 kilometer voor het vliegveld ga je niet moeilijk doen in een taxi. Als we stilstaan weten we het zeker dat de rit normaal 300.000 Ðong kost, want de meter staat precies op 50% meer. Eerst de tassen eruit, hebben we alles, dan kunnen we nu over het geld gaan hebben. Arjan geeft 300.000 Ðong en het is goed en de taxi rijdt weg. We staan beiden vol ongeloof naar elkaar te kijken.

In plaats van 20 uur met de bus kiezen we voor 80 minuten vliegen en 30 minuten een taxi en we zijn in Hoi An. Hoi An heeft alles om ons thuis te voelen want de halve stad is overstroomd. Misschien zijn we toch regengoden geworden? Het stadje staat op de Unesco lijst zodat het beschermd is, maar het water heeft daar geen boodschap aan en stond gisteren nog anderhalve meter hoog in de straten. De boten die normaal tochtjes over de rivier aanbieden, bieden vandaag tochtjes door de straten aan. De straten in het oude gedeelte zijn normaal auto vrij gemaakt, maar dit is geen land voor auto’s dus zijn het nog steeds de zelfde straatbeelden. Het is druk met verkopers en toergroepen. Wat normaal over meerdere straten en in de markt verdeeld is, staat nu in de ene begaanbare straat. De prachtige oude gebouwen zijn allemaal winkels of restaurants geworden. Dit is het behoud van de gebouwen, maar je heb wel altijd verkoopwaar op je fotos. Als het water de volgende dag gezakt is, en gewoon alleen in de rivier stroomt is het aanzicht van de stad gelijk heel anders. Het is rustiger en de straten die onderwater stonden zijn nog mooier.

Bij het ontbijt kijken we op het bord wat we vandaag eens kunnen gaan doen. Cham eiland om te snorkelen is het goede seizoen niet. De Mai Lai slachting hebben we geen zin in net na het ontbijt. Het wordt dus het wordt My Son, een oude hoofdstad uit de tijd van Angkhor. Wachten op de bus, in een kleine gammele bus worden mensen uit verschillende hotels opgepikt. Het valt mee de bus zit maar voor een kwart vol dus we hebben alle ruimte. Maar dan stoppen we, en moeten we in een andere volle bus naar My Son. We hebben geluk dat het water weer lager staat, want gisteren was My Son nog onbereikbaar, en stond het complex nog onder water. Wat ronddwalen tussen de oude gebouwen blijft leuk, ook al zijn we pas in Angkhor geweest dat honderden keren groter is. Wel hebben deze oude tempels een moderne draai, want in de duizend jaren dat ze hebben bestaan hebben ze het meeste te voortduren gehad in 1969 toen ze werden gebruikt als schuilplaats voor de VietCong en door de Amerikanen zijn gebombardeerd.

Sinterklaas komt binnenkort naar Nederland, en Simeon maakt zich druk waar de pieten zijn gebleven op de stoomboot. Want als er geen pieten zijn, krijgen Mark en Olav geen cadeautjes en er zouden ook cadeautjes vooe Simeon daar bezorgs worden. We sturen een e-mail naar de Sint of er misschien ook pieten zijn die in Vietnam en Thailand langs de kinderen komen. Het tempo bij het reizen wordt altijd bepaald door het kind, maar we krijgen soms het gevoel dat er helemaal geen tempo meer inzit. De iPad is een perfecte oppas voor Simeon als wij even rust willen, maar als we dan eindelijk weer wat willen gaan doen is het een groot drama omdat de iPad uit moet. Het is moeilijk om regelmaat in een leven te krijgen waarin onregelmatigheid centraal staat. We weten wat Simeon wel en niet lust, maar je weet nooit hoe een gerecht wordt klaargemaakt en als Simeon moe is eet hij ook niet wat hij wel lust. Het is moeilijk om Simeon op tijd naar bed te doen, want er zijn zoveel factoren die het altijd weer later maken. Soms is alle aandacht voor de mooie krulletjes gewoon teveel samen met alle andere indrukken. Na een dag dat je het helemaal zat ben, is opeens de volgende dag weer alles perfect, Simeon is vrolijk, kletst volop, eet goed en luistert ook nog eens naar ons. We staan naar elkaar te kijken: wat hebben we nu anders gedaan?

Na Dalang en Hoi An is Hue weer een echte stad. Een echte stad voelt ook gelijk heel anders aan. We zien voor het eerst een supermarkt in Vietnam, en kunnen nu zien wat de prijzen eigenlijk zouden moeten zijn, en voor Simeon kopen we hazelnootpasta. Arjan blijft het steeds een brommertje of scooter noemen, maar we huren weer een motor. De eerste stop is de een mooie pagoda. Simeon staat voorop, Arjan aan het stuur en Els achterop rijden we verder in de in de omgeving van Hue. Na de pagoda is de weg gelijk heel slecht, en we moeten om en door de grote gaten in het wegdek totdat de weg niet meer verder gaat. Twee fietsers kunnen met een bootje naar de overkant gebracht worden, maar om dat met de motor te doen zien we niet zitten en we rijden hetzelfde stuk weer terug. We rijden wat door de oude stad langs de 10 kilometer lange buitenmuur en dan naar het oude paleis. De opbouw van het paleis doet sterk denken aan de verboden stad in Beijing, alleen is dit paleis “Badly bombed” in de Amerikaanse oorlog zoals de reisgids aangeeft. Wat er staat is heel erg indrukwekkend, of het is allemaal weer opnieuw opgebouwd of “Badly bombed” betekent slecht gebombardeerd.

Het land van de scams blijkt eigenlijk heel erg leuk. De scams die wij meemaken hebben alleen met geld te maken. De treinkaartjes waarbij $8 per kaartje commissie gerekend wordt. De kaartjes krijgen we natuurlijk pas op het allerlaatste moment en de prijs is vakkundig getypexed. Dezelfde bussen worden ook als Luxere bussen verkocht voor een dollar meer. Het is eigenlijk overal hetzelfde in Azië maar we zijn het niet meer zo gewend. In tegenstelling tot de andere landen van deze reis moet je hier echt over alles afdingen. Het verschil hoe je behandeld wordt is waar je in het land bent. In toeristenoorden wordt het vijf-voudige gevraagd, en daar verkopen ze gewoon niet voor de normale prijs. Ze verkopen het later wel weer voor meer. Na goed onderhandelen zijn we blij als we net iets te veel betalen. We merken ook dat als we moe of wat ziekig zijn het allemaal veel meer laten gebeuren. Het is het soms helemaal niet waard om over een euro te zeuren. Wel worden we erg moe dat er echt over alles onderhandeld moet worden. Iedere dag bij de bakker dezelfde broodjes, en iedere dag de zelde onderhandeling. In tegenstelling tot Thailand zijn hier geen supermarkten, maar alleen winkels die van alles verkopen waar handel voor is. Het makkelijkste is om gelijk het bedrag te geven waar je zelf blij mee bent, en niet voor de goedkoopste optie te gaan. Vroeger onderhandelden we op de cent, nu zijn we blij als we er niet te veel energie aan kwijt zijn.

Eerst mogen de passagiers naar Saigon op perron 1 gaan staan, en erna mogen wij over perron 1, over het spoor naar perron 2. Om de duidelijkheid te bevorderen komen de treinen naar Saigon en Hà Nôi ongeveer gelijktijdig op het perron aan. We stappen in wagon 6 met voorop een groen geschilderde diesel trein met grote letters Green Line erop. We reizen eerste klas soft sleeper, en dat betekent dat we een hokje voor 4 hebben met airco. Het knopje van de airco is helemaal in de muur gedrukt, en twee voelsprieten en een kopje steken eruit om te kijken wat er gebeurt. Er zitten ook nog 3 mannen ons opgemaakte bed te bevuilen en we willen eigenlijk niet weten hoelang ze daar al zitten. Twee gaan er al gelijk uit, en de derde vraag welke bedden wij hebben. Twee beneden en 1 boven. We denken dat het andere bed dan voor hem is en dat hij gaat organiseren om naar het bovenbed te gaan. Maar als hij alles heeft gepakt gaat ook hij weg en zijn we met z´n drieen in de coupe. Heel de nacht gaan er mensen in en uit de trein en zijn ze op zoek naar lege slaapplaatsen. Er wordt aan de deur gerammeld, maar die hebben we op slot gedaan. In de nacht steken we de oude grens van zuid naar noord Vietnam over.