We komen in het noorden van Maleisië. Dit gebied staat bekend als het meest fundamentalistisch. Als 20 jaar is hier een moslim partij aan de macht die lokaal de Sharia al heeft goedgekeurd, maar de landelijke regering weet het nog tegen te houden. En we rijden dit gebied ook nog eens in aan het einde van de Ramadan. Het leuke van de Ramadan is er nu wel af, de gezichten worden steeds maar bleker.
Dit is wel het mooiste gebied waar we tot nu toe hebben gereden. De eerste rijstvelden, kleine bergjes aan de horizon en de straten worden levendiger en kronkeliger. Het landschap is gecultiveerder, en daardoor lopen er meer weggetjes door het landschap. De grote doorgaande wegen blijven, maar daarnaast lopen dijkjes waar alleen de brommers en wij overheen gaan. Er komen ook meer barrels en gremlins op de wegen, en we zijn ook niet meer de enige fietsers op de weg. De mensen zijn ook anders, een meer openstaande vriendelijkheid en we hebben meer het idee dat we in contact met ze komen. Het is nog steeds Ramadan, maar wij moeten onderweg wel eten. We worden uitgenodigd om bij moslims op een binnenplaats aan tafel te gaan zitten. We geven nog even aan dat we willen eten, maar er wordt aangegeven dat dat geen probleem is. Als we zitten zien we pas goed dat we voor de moskee tijdens Ramadan aan het eten zijn. We hadden gedacht dat in dit moslim gebied ook veel minder Chinezen zouden wonen, maar dat is geheel niet het geval. En Chinezen betekent dat we op normale tijden kunnen eten, omdat ze niet Ramadannen. De Chinezen eten in het algemeen veel gezelliger met elkaar dan de Moslims. Voor de afwisseling eten we een keer bij de Pizzahut. Dit lijkt het meest op een pizza sinds tijden, alhoewel je nog steeds met zo n Amerikaanse variant bezig bent. Het zit helemaal vol, en alle tafels staan vol met eten. Aan de enkele tafel waar Chinezen zitten wordt druk gegeten. Maar aan de andere tafels wordt er alleen naar het eten gekeken, nu en dan op het horloge en er worden fotos op de mobiel gemaakt van elkaar. De soep wordt al koud en de cola warm en dan mogen ze eindelijk eten, en voor we er erg in hebben zitten we in een verlaten restaurant. Alles is op en de chinezen bestellen nog een extra pizza.
Het is pas de derde keer dat we andere vakantiefietsers tegenkomen. En deze keer maken we kennis met Alex en Brock die praktisch de zelfde route rijden als wij. Ze rijden alleen op een dag twee maal zoveel kilometers als wij, en ze blijven overal de helft van de tijd. We gingen er vanuit dat ze snel op ons zouden uitlopen. Maar ze combineren het fietsen met PARTY!!!. Als ze merken dat ze met het stappen meer lol beleven, stoppen ze met het fietsen. Eenmaal aangekomen in Kota Bahru rijden we in 1 keer naar het Ideal Inn hotel. Het staat voor de verandering eens goed op de GPS kaart, en we hadden het uitgekozen omdat we goede verhalen erover hadden gehoord. Hoe makkelijk we het konden vinden, des te lastiger het is om de omgeving te snappen. We lopen rond, proberen ons te oriënteren op de kaart in de reisgids, maar we snappen er niets van en na wat navraag is de binnenstad helemaal de andere kant op als wij dachten. Eenmaal in het centrum zien we een bord dat alles duidelijk maakt. Op de kaart staat het Ideal travellers home en dat is dus een ander hotel waar wij verblijven. We zijn wel blij met ons hotel. Het is het eerste hotel zonder mieren en andere beesten, op de 20 katten na, die iedere dag 2 keer gevoerd worden. We denken wel dat er een gekko is, maar die verbergt zich voor de hotel eigenaar. We komen steeds weer mensen tegen met uiteenlopende overtuigingen, en nu heb ik een gesprek met iemand die bezig is met graancirkels, en dat de mens een combinatie is tussen homo sapiens en een buitenaards ras. De bewijzen zijn er volgens hem alom, pijn dat als wapen te gebruiken is om iedereen met een knop uit te schakelen, de hulpeloosheid van pasgeborenen in tegenstelling tot andere dieren en het gekke haar op de kale aap. 2012 is het einde der tijden, dus ik vraag of ik al mijn geld moet opmaken voor die tijd. Dat raadt hij dan toch weer af. De helft is beter want je weet maar nooit.
We willen vanuit Kota Bharu naar Pulau Penang, aan de andere kant van het land. Dit is alleen de slechtste periode om een busje te gaan regelen. Dit zijn de laatste dagen van de Ramadan, en het Suikerfeest valt dit jaar samen met de onafhankelijkheidsdag. Je kunt dit het beste vergelijken dat het nu kerst, nieuwjaar en koninginnedag is in de zelfde week. Dit betekent dat heel Maleisië aan het reizen is om bij de familie te komen. Het probleem zit hem er niet in om hier weg te komen, want de verplaatsingen zijn voornamelijk vanuit Kuala Lumpur naar de andere steden. Maar iedereen die ons weg zou kunnen brengen heeft er geen zin om ook nog terug te moeten rijden. Op het busstation gaan we alle maatschappijen langs. Maar er zijn nog maar weinig buskaartjes te krijgen, en omdat er voor de drukte double-deckers worden ingezet is er ook geen ruimte voor de fietsen. Na alle opties overwogen te hebben besluiten we onze fietsen in Kota Bharu achter te laten, en deze volgende week met een huurauto op te gaan halen. Als we de dag voor het einde van Ramadan hier niet weg zijn, moeten we een week wachten voordat het weer kan. Het is dan nog steeds de twijfel of we wel in een bus meekomen, want er wordt nog steeds moeilijk gedaan met de regels buigen. NEE wordt erg makkelijk gezegd als we iets met de fietsen willen regelen. Je zou denken als je van begin tot eindpunt reist kan je op het gemak de fietsen in de bussen stoppen. We hebben het gevoel dat het juist makkelijker gaat als je langs de kant van de weg staat, omdat hier NEE makkelijk gezegd is, en langs de kant van de weg ze je bewust moeten laten staan. De bereidwilligheid en het meedenk vermogen is vaak ver te zoeken. Er wel een behulpzame jongen die wat vertaalwerk voor ons doet, maar het van de fietsen niet helemaal gesnapt heeft, “In Georgetown hebben ze ook fietsen hoor.” Tijdens de Ramadan missen we ook de vlieger en de tol demonstraties waar we naar uitgekeken hadden. Els haar vader spaart al jaren tollen en hier weten we een prachtig 4 kilo zwaar exemplaar te bemachtigen. Het is met de tollen wel zaak dat we een pakketje naar huis sturen, samen met de spullen die we nu anderhalve maand meezeulen, maar nog niet hebben gebruikt. Simeon heeft de oplossing wat we met het pakje moeten doen. Geïnspireerd door de pinguïns van Madagaskar wil hij een grote doos met wat deurtjes waar we dan met zijn driëen in kunnen zitten met een zaklamp en heel veel postzegels en die sturen we naar Nederland op. Dan kan hij zijn neefjes Mark en Olav weer zien. Op de skype ziet hij ze wel, en als ouders wil je dat de kinderen dan gaan praten waar ze mee bezig zijn. Zij willen alleen maar ondersteboven naar elkaar roepen en elkaar uitdagen om nog gekkere dingen voor de camera te doen.
Na zeven uur in een bus zitten zijn we blij dat we normaal op de fiets rondrijden, maar we zijn niet blij dat we de fietsen nu niet bij ons hebben. Als we stilstaan in Butterworth haasten we ons opeens uit de bus. We zijn de bus zat en besluiten in een seconde om hier maar de boot te nemen naar Georgetown, wat ook een veel logischere verbinding blijkt te zijn. Bij het kopen van de buskaartjes had ik al steeds geroepen dat ik naar Georgetown wilde, maar niemand had er van de stad meteen half miljoen inwoners gehoord. Georgetown is een totaal andere stad dan wat we tot nu toe in Maleisië hebben gezien. Op de laatste dag van de Ramadan komen we op een plek waar je als onwetende toerist waarschijnlijk geeneens door had gehad dat het Ramadan was. We lopen door straten waar we ons in India wanen, maar dan met een factor honderd minder mensen. We bezoeken tempels waar we ons weer in China wanen, en we gaan naar een internationale shopping-mall waar alle internationale merken aanwezig zijn. Simeon mag een autootje van Cars 2 uitzoeken. Het metalen autootje kost net zo veel als we de afgelopen twee dagen aan hotels hebben uitgegeven, maar hij is er helemaal blij mee. Arjan koopt een nieuw lid van onze elektronica bagage. Tien jaar geleden hadden we een walkman voor bandjes en een analoog fototoestel. In 2011 reis je met een laptop, e-reader, digitaal spiegelreflex fototoestel, digitaal pocket toestel, twee iPods, twee mobiele telefoons en een Camcorder. Het nieuwste lid is een iPad2. Van ons drieen was er altijd een die geen elektronica speeltje tot zijn beschikking had. Nu is dat probleem opgelost, en zit iedereen naar de ene gelukkige te kijken die de iPad heeft. We hebben geen tijd meer om in onze dagboeken te schrijven, want er moeten vogels bevrijd worden in “Argy birds Rio”. Els krijgt een aanbod om voor 8 euro een uur lang een voetreflex masage te krijgen, en dat aanbod neemt ze gelijk aan. Arjan krijgt het aanbod om voor 40 euro een full body massage te krijgen van twee uur met happy end, en slaat dat maar af. Georgetown is echt heel anders dan dat we tot nu toe in Maleisië hebben gezien. Het is er ook heel droog en warm, en precies hier hebben we geen airco kamer, zodat we zwetend onder een waaier liggen die zoveel herrie maakt dat we ervan wakker liggen. Simeon heeft de oplossing gevonden voor de warmte, “we spelen gewoon sneeuwballen gevechten”, en doen net alsof we elkaar inzepen met sneeuw. Wat zal die jongen het koud hebben als we echt in de sneeuw weer thuis komen.
We hadden als tip van Jan, Arjan zijn fietsmaat, gekregen om een ontstoken verstandskies te krijgen in Georgetown. Een mooi verhaal over allerlei gekleurde pillen, dat wilden wij natuurlijk ook. We hebben er om geloot, en Els was de winnaar en krijgt een oorontsteking. De pillen zijn wat saaier geworden in de loop der jaren, en het is in het echt toch minder leuk dan in een verhaal van een ander. Na wat zoeken hebben we eindelijk een plek gevonden waar we een auto kunnen huren. Op de fiets links rijden zijn we al gewend, maar in een auto is toch heel anders. Bij iedere bocht die we nemen gaan eerst de ruitenwissers aan, en in tweede instantie pas de richtingaanwijzers. Want het stuur aan de linker kant betekent ook dat de bediening gespiegeld is. Gelukkig is het een automaat, dus zit ik alleen na het achteruit rijden aan de deurgreep.
Na de autosnelweg gaan we slingerend de bergen in op weg naar de Cameron Highlands. Onder een waterval is Simeon niet weg te krijgen uit het steenkoude water, en we drinken thee met aardbeientaartjes midden in de thee plantages. We moeten dus onze fietsen met de auto ophalen in Kota Bharu, en hadden het briljante plan om daar maar een leuk tripje van te maken. Na een nacht in de koelte gaan we eerst nog wat leuke plekken bekijken voordat we verder rijden. De uitstapjes die heel veel toeristen trekken in de highlands zijn de nurseries. De nurseries hebben mooie namen zoals “De rozen tuin” maar als we er rondlopen hebben we meer het gevoel dat we in een tuincentrum verzeild zijn geraakt. Dan naar een bijen en aardbeien kweker, maar aan de hoeveelheid aardbeien en bijen zou ik denken dat ze net de paar potjes honing en jam gevuld krijgen die in de souvenirwinkel te koop zijn. Ook de vlinder en insecten tuin gaan we met een nare smaak weg. Het is toch wel erg het Aziatische toerisme waar deze tuin op draait. De prachtige gekleurde en grote vlinders worden in een hoekje massaal uit envelopjes gescheurd om het verlies van de dag te corrigeren. Al staan er borden dat je de beesten niet mag aanraken, toch liggen ze overal op de grond met gescheurde vleugels. Prachtige torren, wandelende takken en bladeren, kameleons slangen en Ringo zitten in veel te kleine hokjes. Dan maar weer waar we echt van genieten, nog een immens grote theeplantage waar de oogst van de dag weer binnen wordt gehaald. We lopen wat rond langs de struiken en nemen maar weer een taartje en een pot thee.
De heenweg naar de Kampung Sungai Palas, waar de BOH thee plantage is, was al fantastisch maar we rijden we weg verder en die gaat steeds hoger. Nog 5 kilometer naar Gunung Brinchang staat op de borden, en we zijn er van overtuigd dat we goed gaan, Brinchang is de plaats waar de weg weer verder gaat. De weg wordt smaller en we klimmen naar 1800 meter, 1900, 2000 meter. De auto voor ons komt vast te zitten in een gat, en er stappen 10 indiers uit die lachend toekijken hoe de auto zonder passagiers wel verder kan rijden. Dan opeens staat er midden op de weg een hek. Dat is erg vreemd voor de doorgaande weg en we realiseren ons nu pas dan gunung berg betekent. Bij een mooi uitzichtspunt gaat de weg verder als een wandelpad en hobbelen wij het hele stuk weer terug. Deze prachtige detour heeft ons weer een uur gekost, en we moeten nog 300 kilometer rijden vandaag. We rijden eerst richting Musang. Dwars door het regenwoud en gebergte is een weg aangelegd met ernaast alleen bomen en bergen. Els maakt zich al druk over de benzine, en Arjan houdt vol dat het wel goed komt, de eerste of de tweede benzinepomp zullen we wel nemen. Zeventig kilometer later is ook Arjan wat minder gerust, en dan eindelijk het verlossende bord. Benzinepomp over 20 kilometer. Op de laatste druppels kunnen we in de file aansluiten bij de benzinepomp. Dit weekend is het weekend dat heel Maleisië weer naar huis gaat na de feestweek. De wegen worden steeds voller en in het donker komen we eindelijk weer in ons “Poezenhotel” van Kota Bharu. Een volgende opluchting is dat de fietsen ook in de auto passen. Van Kota Bharu moeten we weer terug naar de westkust. We nemen de korste route want het zal wel weer een lange dag worden. Met GPS rijden is erg leuk want de kortste route snijdt alles af. We voelen ons echte ralley rijders met Els als navigator. Nog 300 meter, 200 meter, 100, nu links af. We komen op prachtig verlaten weggetjes. Het is een kortere afstand maar het schiet niets op. In een klein dorpje is wel weer een speeltuin aanwezig voor de tussenstop, en in de dorpswinkel vinden we tussen het beschimmelde brood en de keiharde broodjes een zak chips die niet over de datum is. Een stuk verder kunnen we weer de grote weg op. De grote weg schiet hier ook niet zo op. Het ene moment kan je een stuk 100 rijden, het volgende moment zit je in een file omdat iedereen met 40 per uur een kapotte bus moet inhalen die niet harder dan 20 meer de bergen op kan rijden. Nog een tropische regenbui en onze regenwoud ervaring is compleet. Nog over de 13,5 kilometer langs Penang brug en we zijn weer in Georgetown. We zijn opgelucht omdat we herenigd zijn met onze fietsen en we kunnen weer verder op reis.
Vanuit Maleisië kan je vrij goedkoop spullen versturen, dus de laatste dag in Maleisië is het moment om weer eens wat lichter te gaan reizen. Twee iPods en een fietstas kunnen zonder problemen naar huis, maar het statief is altijd een moeilijke beslissing. Ik heb het ding de afgelopen 60 dagen pas twee keer gebruikt, maar wel twee erg leuke foto’s. Als we alweer een half jaar thuis zijn, is dit pakje alleen nog steeds niet aangekomen. De verzendstatus blijft maar hetzelfde en na een wat mailwisseling met de Maleisische post blijkt ons pakketje waterschade te hebben opgelopen tijdens overstromingen. In eerste instantie vonden ze het een goed idee dat we het pakketje kwamen ophalen, maar dat is niet zo praktisch. Als ze het dan toch willen opsturen, willen ze het wel eerst opnieuw verpakken, en daarvoor willen ze weer weten wat er precies allemaal inzit. Uiteindelijk komt het pakje 9 maanden na het versturen aan, niet echt heel fris ruikend door de waterschade maar de meeste dingen kunnen nog gered worden.
Eindelijk vinden we in Maleisië ook een echte fietsenzaak, waar ze eindelijk de trapas van Simeon zijn fiets kunnen vastzetten. Het adres hadden we gekregen van twee Australiërs die aan de andere kant van hun midlife crisis zitten. Nancy en Dave zijn nu 5 maanden met de fiets onderweg op weg naar Europa waar ze over een paar jaar wel aankomen. Arjan gaat met de boot naar Butterworth om daar treinkaartjes te halen voor de trein naar Bangkok. Op de boot, wachtende tussen alle brommers, heb je geen moment rust. Er is altijd wel iemand die een praatje wil maken. Een politie agent staat vol ongeloof te kijken als Arjan hem vertelt dat je in Nederland gewoon naast een agent een joint kunt roken, hier staat daar officieel de doodstraf op. Een ander weet bijna alle Nederlandse steden en daarna alle topvoetballers van Nederland op te noemen. Met veel moeite ken ik ze ook, maar de laatste uitslagen waren mij onbekend. Morgen gaat er weer wens van Simeon in vervulling. Hij is zo jaloers dat zijn neefjes Mark en Olav in de caravan in een stapelbed slapen. Maar morgen mag hij 21 uur in de trein naar Bangkok in het bovenste bed slapen. Het is een Thaise trein, en alleen de kaartverkoop is hier in Maleisische handen. De fietsen moeten we morgen maar regelen bij de Thaise mensen op de trein, en als we het vragen stopt de trein misschien wel voor ons een halte voor Bangkok. Het zijn weer van die onzekerheden die meestal wel goed uitvallen. Morgen dus op weg naar Bangkok, Thailand, maar vandaag eerst nog lekker Indiaas eten.