Met de motor gaan we naar Trang An. Hetzelfde verhaal natuurlijk, 20.000 Ðong voor de stalling, 10.000 Ðong voor een WC bezoek. Het is weer leuk geprobeerd maar we hebben er geen zin in, dus we betalen wat wij zien als redelijke prijzen. Voor 80.000 Ðong per persoon nemen we een boottocht, Simeon gaat weer gratis mee. Maar er moeten 3 personen in een boot zitten, dat vinden wij wel goed, maar we willen wel een zwemvest voor Simeon. Opeens is de bootvrouw verdwenen, en andere boten vertrekken met toeristen die na ons kwamen. Vreselijk irritant weer, maar dan komt de bootvrouw met de drijfvesten en hoeven we geen derde in de boot erbij. Ze wilden alleen maar aardig zijn dit keer, maar soms weet je het niet meer. De roeivrouw wil wel bij haar twee vriendinnen blijven die net weg zijn gevaren. Roeien gaat hier niet alleen met de handen, maar ook voor de afwisseling met de voeten. Over de vijver, langs limestone rotsen en langs de waterlelies, en dan door de grotten waar we net doorheen kunnen. Het is een mooie rustige plek.
We sinds dat we in Vietnam zijn zijn we verkouden en ziekig en na deze treinreis ook nog heel moe. We kijken de intocht van Sinterklaas in onze woonplaats, Dordrecht, en merken dat we ook een beetje heimwee hebben. We kijken uit om nog even op het strand te hangen in Thailand, maar nog meer naar Van de Valk met kerstmis. We gaan met de vriendelijkste hotelregelaar op het station van Ninh Bình mee en we doen verder helemaal niets. Het is een mooi hotel met een kamer op de bovenste verdieping met grote ramen maar we missen wel de lekkere hangplekken in Vietnam. Een plek waar Simeon zichzelf kan bezighouden en wij rustig kunnen nietsen.
Met de brommer rijden we verder door het rotslandschap en komen bij de populairdere wat minder rustige plek Tam Coc. Hier druk met toeristen, winkeltjes, verkoopsters en mensen die je in een boot willen hebben. We kunnen nog iets verder doorrijden naar de Pagoda Bich Dong. We komen er nu achter dat pagoda gewoon een tempel is, en niet een Chinese pagoda zoals we in Hue hebben gezien. De tempel zit tegen een rots aan, en ook in de rots. Voor Simeon is het klimmen, en klimmen. Maar als de trappen voorbij zijn vindt Simeon dat we nog verder door kunnen klimmen, maar dan over de rotsen.
We gaan met z´n drieen weer op de motor op pad. Als we eenmaal Ninh Bình uit zijn moeten we een kaarsrechte asfaltweg volgen. Dit lijkt heel saai, maar een asfalt weg is hier ook geregeld een hobbelweg. De weg loopt een groot stuk langs een kanaal dat vol met planten staat met gammele bamboe bruggetjes eroverheen. Dan weer een lint van markten waar allerlei fruit, groenten en vlees verkocht wordt. Alle spullen moeten zo vers mogelijk met de brommer naar huis gebracht worden. Grote manden hangen aan de brommers en de kippen zitten in een kippenhokje, en de biggetjes in een biggen hok achterop.
Rijstvelden, landerijen waar mensen op aan het werk zijn, en dan een katholieke begraafplaats, en een dorpje met een grote protserige kerk. We zitten hier in een stukje bible belt in Vietnam. Het zou allemaal een prachtig gezicht zijn als het niet heel de dag lijkt alsof het nacht aan het worden is. De wegen zijn stoffig, de waterlelies zijn uitgebloeid, de rijstvelden zijn helemaal bruin en de landerijen worden platgebrand wat een dikke smog veroorzaakt. Onze gezichten zijn zwart en de holtes zitten vol stof. We zijn blij als we weer in een stad komen en de frisse lucht van een stad kunnen snuiven.
Uiteindelijk komen we aan bij de kathedraal van Phat Diem. Deze kerk lijkt op het eerste oog op een Chinese tempel, maar als je steeds beter kijkt zie je toch duidelijk dat het een kerk is. Het grote beeld van Jezus gaf al een een hint, en midden op het Chinese dak staat een groot kruis. We komen alleen precies als de kathedraal dicht gaat, en we moeten 2 uur wachten voordat de man die bij de deur zit terug is van van zijn Lunch.
De mooiste en best onderhouden gebouwen die we tegenkomen zijn de kerken, banken en de gebouwen van de communistische partij. De rode vlag van Vietnam met de gele ster wappert naast de een rode vlag met hamer en sikkel in de straat en bovenop de gebouwen. In de straten staan kleine en grote buitenreclameborden met de beeltenissen van Ho Chi Min en de communistische model werknemers met leuzen. Het rood van de kapitalistische multinational Coca Cola is nog niet te zien. Tegen de avond zie je de kinderen met rode sjaaltjes met de fiets terug naar huis rijden na hun avond brainwash sessie bij de partij. Hoe communistisch is Vietnam? Naast China is Vietnam een van de snelst groeiende economieën, en naar chinees model hebben ze een partij geleide markteconomie. De communistische partij is de enige toegestane partij en die houd zich bezig met waar communistische partijen goed in zijn namelijk partijleden voortrekken, Facebook deblokkeren, en meningen van burgers worden goed in de gaten houden.
“2nd class hard sleeper is niet te doen voor westerse toeristen. Je moet 1st class soft sleeper nemen. Met z´n drieen in een coupe, en misschien het andere bed erbij kopen” wordt ons geadviseerd door een andere reiziger. Met een dagtrein reizen we van Ninh Bìhn naar Hà Nôi in drie uur. We willen de zelfde nacht nog verder naar Lao Cai en dan Bac Ha, aan de Chinese grens. Op het station zijn alleen nog stoelen voor de trein te koop, dus we zoeken verder bij wat reisbureaus. Voor een reisbureau dat alleen in vluchten doet zit een vrouw die wel aan een eerste klas kaartje kan komen. Als we vertellen dat we die kaartjes wel willen, gaat ze druk bellen en wil ze een miljoen Ðong voorschot, en is ze met de brommer weg. Na een half uur is ze terug en geeft ons het geld weer terug, en maakt ons duidelijk dat ze wel aan tweede klas kaartjes kan komen, voor de zelfde prijs. Die kunnen we zelf wel goedkoper regelen. Als we weglopen haalt ze ons weer terug : “Ik heb de kaartjes, andere trein en goedkoper” Die willen we natuurlijk wel, en dan begint ze weer druk te bellen. Nog 10 minuten, en een kwartier later heeft ze zeker over een kwartier kaartjes. We zijn het helemaal zat en kopen een paar winkels verderop 2ns class hard sleeper. Een half uur voor vertrek van de trein zijn de kaartjes er, met daarop de prijs van 0.000 Ðong. Wat het echt hoort te kosten blijft een raadsel. Over het spoor lopen van naar perron 10, en helemaal achteraan staat onze wagon. We passeren 10 wagons allemaal met toeristen met grote koffers op wieltjes en komen bij de vietnamezen met grote dozen en een paar backpackers. We hebben de bedden 37, 39 en 41, drie bedden boven elkaar in een coupe van 6. Er is natuurlijk maar 1 bed waar Simeon genoegen mee neemt, en dat is het bovenste. Arjan stelt Els nog gerust voor het slapen gaan, als hij naar beneden valt moet ie eerst langs hem. Er zijn nog 4 vrouwen voor de andere 3 bedden, want er is een kaartje dubbel verkocht. Er wordt gelijk naar Simeon gekeken want een 4 jarige mag gratis reizen als hij bij z’n ouders in bed ligt, maar voor hem hebben we een eigen bed betaald. 2nd class hard sleeper is wat krapper boven je hoofd maar verder ligt het lekker en is de coupe minder muf dan de 1st class van een paar dagen geleden en minder saai. Er wordt een matras tevoorschijn gehaald en de overtallige vrouw kan in het gangpad slapen, en op het balkon ligt nog een hele familie te slapen. Om 05:00 als we het perron oprijden worden we wakker gemaakt. We laten eerst de vrouwen alles inpakken, en dan worden we door de conducteur opgejaagd dat we er snel uit moeten. Een lange stoet mensen loopt in het donker het station uit.
Er is vanaf hier maar een logische bestemming en dat is Sapa, en als je vraagt waarom dan krijg je het antwoord omdat alle toertjes daar naartoe gaan. Met nog een Italiaans/Spaans stel zoeken wij transport naar Bac Ha. Het moet ongeveer 80.000 Ðong per persoon zijn maar de prijs begint op 200.000 Ðong. De minibusjes en taxi’s gaan liever voor hogere bedragen naar Sapa, maar iemand wil ons wel voor 600.000 Ðong voor alle 5 meenemen. We moeten even aan de andere kant van de weg wachten, en dan komt een oude gammele bus met passagiers voorrijden. De onderhandelingen gaan weer verder en uiteindelijk betalen we 450.000 Ðong. Ondertussen is de volgende trein ook al aangekomen vanuit Hà Nôi, maar niemand die naar Bâc Hà gaat, dus gaan we rustig op pad. Er moeten eerst nog wat dozen bloemen, kippen, groenten en jerry cans opgehaald worden, en dan begint de tocht. Na nog een paar stops zitten er al meer minderheden in klederdracht in onze bus dan dat we in Noord-Thailand totaal hebben gezien. De lange dag en korte nacht zijn we alweer vergeten, want dit is wat we toch het mooist vinden.
Om tien uur s avonds gaan we hier slapen, en dan is alles al dicht in het dorp. De volgende morgen is het: “Gooooooooood morning Vietnam!!!”, maar in dit dorp gaat het iets anders. Boven het dorp staat een gebouw van de communistische partij, en iedere ochtend om exact zes uur gaat de radio over de luidsprekers om het dorp wakker te maken met slaapverwekkende praat. Gelukkig moeten we er vandaag ook vroeg uit. Oorspronkelijk hadden we voor 7:00 twee motors afgesproken, maar als we om 7:30 bij de motoren zijn moeten we wachten want de motorverhuurder is er nog niet, en ze willen ook meer dan dat we gisteren betaalden. Bij de benzinepomp tankt iedereen voor 40.000 Ðong, en Arjan geeft aan dat we ook dat willen. De pompbediende kijkt met een ongeïnteresseerde blik, en gooit er bij Arjan voor veel meer in. We roepen, wijzen, maar ze gaat gewoon door en bij 70.000 Ðong stopt ze, en bij Els herhaalt ze hetzelfde nog eens. Dat gaan we dus niet betalen, haal het er maar uit. In eerste instatie weigert ze dat, tja dan geven we wel 100.000 Ðong en rijden we weg. Ze grijpt een brommersleuteltje en rent wat weg. Als anderen haar een beetje tot bedaren hebben gebracht wordt de benzine weer uit de tank gehaald, en willen we weer opnieuw beginnen. Nu weigert ze ons nog benzine te geven, maar gelukkig is ze niet de enige die er werkt en kunnen we toch op pad.
Het is koud op de brommer in de bergen, maar alleen Simeon heeft nog een trui. Wij hebben onze warme spullen al in Maleisië op de post naar huis gedaan en zijn te krenterig om voor een paar dagen een nieuwe trui te kopen. In de straten loopt iedereen met truien en winterjassen, en wij doen het met een T-shirt en een doek. Het motorrijden is heerlijk in deze mooie omgeving en ook Els, wiens rijervaring zich vooral beperkt tot veel achterop zitten en een aantal motorrijlessen geniet van het rijden over de bochtige wegen. Voorzichtig in de bochten en ook in haar tempo kom je er wel. Het is prachtig onderweg. Er gaan brommers richting markt, en er komen brommers alweer terug. Een varken moet even van de brommer af, en erna weer goed vastmaken. Een arend is gekocht, en een soort marmot en een mobiele telefoon. Het wordt steeds drukker met kleurige minderheden, en een enkele toerist en dan zijn we bij de markt van Can Cau. Vogels en koeien kopen is mannenwerk, de vrouwen kopen nieuwe rokken, nieuwe geborduurde kragen en beenstukken en velours stoffen met de felste kleuren. De baby’s zitten is meerdere schitterende doeken gewikkeld op de ruggen van de vrouwen. We genieten van dit kleurrijke spektakel. Dit is waar we in Noord Thailand naar opzoek waren maar dat kan je daar niet meer vinden. Het is al warmer geworden, en op de weg terug is er dan meer tijd om wat onverharde zijweggetjes te nemen. Deze weggetjes leiden naar een dorpje dat iets van de hoofdweg afzit. Niet iedereen rijdt op een brommer rond. Er lopen ook minderheden families langs de kant van de weg met grote stappels takken op hun rug. Als er op een brommer normaal plek is voor 5, kan de jongste met zijn takken wel een stukje met Arjan en Simeon meerijden. Waar we hem weer afzetten kan hij weer een half uurtje rusten voordat de rest er weer is.
Het geluid van de schreeuwende varkens gaat door merg en been. Ze zijn er wat minder blij mee dat ze vandaag van eigenaar gaan wisselen. De beesten zijn ook zo intelligent dat ze beseffen dat dit wel eens de laatste keer kan zijn dat ze op de markt van Bâc Hà zijn. De eenden worden op gewicht verkocht, kippen worden nonchalant met een hand vastgehouden en voor onze voeten valt een brommer waar een grote bak vis achterop stond om. Hanen worden dronken gevoerd om nog feller in het gevecht te zijn. Paarden, koeien, ossen, vogeltjes, hondjes, vlees, vis en groenten, van alles wordt er verkocht op deze markt. Lopend vanaf ons hotel doet de markt wel erg toeristisch aan. Hier wordt de toeristen meuk zoals poppetjes, T-shirts en tekeningen verkocht. Na gisteren voelt dit als een teleurstelling, maar gelukkig is dit spul nog niet verder doorgedrongen. De gebloemde H´mong kopen ook hier hun nieuwe kleding, plastic bakjes en kaplaarzen. Bij de eetstalletjes is er de keuze tussen gele en witte noedel soep, of een heel goed gevulde ingewanden soep. Vietnamezen hebben het te druk om kinderen te hebben, die moeten te hard werken. Alleen zie ik die mensen die dat zeggen nooit werken. Het meisje in het hotel kijkt helemaal geschokt als ik vraag of de tweeling van twee jaar van haar zijn. “Neeeeeee, ik ben pas 21.” Ieder H´mong meisje van rond de 18 loopt op de markt met een kind op haar rug, en een meisje van 13 staat in nog kleurrijkere kleding te kijk dat ze huwbaar is. Voor Simeon is twee dagen markt wel wat veel, en daarom gaan Els en Arjan om beurten rondlopen. We krijgen wel nog een opdracht van Simeon mee: “Als rullie op de rommelmarkt professor Z of een andere Cars auto zien, die ik nog niet heb, koop die dan maar!”
In de bus rijden we verder naar Sapa. 101 kilometer in een bus met om ons heen kotsende en niet naar bloemen ruikende H´mong. Langs de weg staat continu dat we 10% omhoog gaan. Sapa ligt op 1650 meter, en is nog kouder dan Bâc Hà. Sapa is veel toeristischer, maar bij binnenkomst merken we wel dat het een lekkere sfeer heeft. Bij onze hotelkamer moet eerst de lattenbodem van het bed gemaakt worden, dan de wc, vervolgens het raam dat helemaal niet dicht kan en de internetverbinding die niet werkt. Als dat gedaan is zitten we in een mooie grote kamer met aan drie kanten alleen maar ramen waarvan twee met uitzicht over de bergen en vallei, en heel goed eten. De volgende dag in de koude regen en mist met een uitzicht tot net het volgende winkeltje kopen we warme kleding van het lokale huismerk The North Face, en gaan we tevergeefs op zoek naar professor Z. Els haar jas is een echte “Wino stopper” maar we hebben voor $30 meer vertrouwen in dit jack dan voor haar echte Odlo broek van 90 euro die na 3 fietsdagen al kapot was.
Gelukkig is er de laatste dag weer wat te zien, en het uitzicht hier is prachtig. We lopen de straat uit en worden ingehaald door groepjes andere toeristen met daar omheen groepjes zwarte H´mong vrouwen. Het standaard dingetje om hier te doen is om met de vrouwen naar hun dorp te gaan en dan laten zij hun huis zien. Wie zijn wij om dat ook te doen. Na een paar kilometer lopen staat er een hokje aan de kant van de weg waar er kaartjes gekocht moeten worden om verder te mogen lopen. We hebben helemaal geen zin om nog 5 kilometer naar dat dorp te lopen, en gaan weer terug. Een stukje terug is er een smal pad de berg af, waarvandaan we een prachtig zicht hebben op de vallei en daar boven Sapa. We hopen via deze weg naar Sapa te komen. Over het erf van mensen, door de tuin, langs de hond, over de rand van rijst terrasen, en nog verder dalen we af. beneden aangekomen zien we dat we steeds verder van Sapa zijn afgedwaald. Over een watervalletje klimmen en weer naar boven en nog een paar buffels opzij duwen om op de rand te kunnen lopen. Voor Simeon is 5 kilometer in de bergen lopen wel weer genoeg, en hij weigert nog een stap te zetten. Simeon gaat op Arjan zijn nek verder, en steil omhoog lopend komen we weer bij de weg uit, nu aan de andere kant van de kaartjes hokje. Een prachtige trek langs alles wat we in dit gebied wilden zien. Moe gaan we met de bus naar Lao Cai waarvandaan de nachttrein naar Hanoi gaat. Deze keer niet een coupe van de staatstrein, maar een commerciële aanbieder achter de zelfde locomotief. Het grote verschil met de vorige trein is dat deze schoon is, en dat alles rustig verloopt. Het levert geen spannende verhalen op, maar het is wel lekker na een drukke dag. In Hanoi wachten om 6:00 de taxi’s de toeristen alweer massaal op, maar niemand wil ons op de meter naar een hotel brengen. Alleen voor 60.000 Ðong willen ze on meenemen, en ze slaan 30.000 Ðong of. Uiteindelijk betalen we 16.000 Ðong op de meter, en staan we voor een dicht hotel. We gaan met een gozer mee die op weg naar zijn werk was, en dat is toevallig een hotel. Hij belt wat, en heeft een kamer voor ons. Alleen zijn er meer die die kamer willen, en als we er eenmaal zijn blijken anderen ons voor te zijn. Geen probleem, gratis ontbijt en over 2 uur is een kamer klaar. Alleen twee uur later geen kamer. Uiteindelijk gaan we even een tweepersoons kamer in, douchen we daar en om 11:00 kunnen we eindelijk onze kamer in. Het lijkt een rustig hangochtendje zo, maar Simeon is helemaal kapot, wil niet drinken, wil niet het Sinterklaas journaal kijken, en wil naar eigen zeggen noooooit meer eten. Als Simeon in het hotel instort gaan Arjan op pad om wat inkopen te doen.
Rondlopend in Hanoi moet ik aan een grappig boekje denken dat we pas hebben gelezen over antwoorden van middelbare scholieren bij geschiedenis.
Uit :Hoe de Duitsers dapper standhielden in Vietnam.
De invloed van middeleeuwse gilden kon voor klanten nadelig, maar ook voordelig zijn. Denk aan de prijs van de goederen en de kwaliteit ervan. Noem een voordeel en een nadeel voor de klant van de invloed van de gilden.
Voordeel: alle bakkers bijvoorbeeld zaten in dezelfde straat, dan zat er heus wel minstens één goeie tussen.
Nadeel: als je bijvoorbeeld naar de slager moest, en die zaten helemaal aan de andere kant van de stad, dan moest je heel ver lopen.
Hanoi heeft ook nog sterk zijn thema straten, en wij zitten in een straat met alleen maar verfspullen, ernaast een straat met lucht afvoeren en daarnaast de sloten en kettingen. We zijn natuurlijk op zoek naar twister, een van de weinige drankjes waar Simeon gek op is. Maar een winkeltje met drinken, daar moeten we een paar straten voor lopen. Verder zwervend door de straten zien we ook voor het eerst twee gerookte honden liggen. De eerste honden sinds lange tijd waar Els geen angstgevoel bij had. Mandarijnen, een appel en een wortel voor het paard van Sinterklaas en we kunnen weer op zoek naar ons hotel.
Kwartet roept Arjan als we het mausoleum uit lopen. Binnen was hij te schijterig om dat te doen. Daar lag de gebalsemde Ho Chi Minh met daarnaast 4 bewakers die er net zo levenloos uitzagen. Na Lenin in Moskou, Mao in Beijing is Ho Chi Minh in Hanoi de derde communistische leider die we gebalsemd zien liggen in zijn mausoleum. Soeche Bator in Ulan Bator konden we niet bezoeken omdat hij niet in de etalage lag. Maar wat is nou een Mongoolse communist als je om een echt kwartet te maken ook nog Kim Il-Sung in Pyongyang kunt bezoeken. Iedereen staat in zijn mooie kleren in de rij, want dit is een bijzondere dag. Er is ook een veteranen uitje van oude vrouwen in hun militaire pakje en hun vele onderscheidingen, en er is een bedrijfsuitjegroep mannen in pak. Wij hebben ook onze netste kleren aangetrokken, maar vallen toch een beetje uit de toon. Twee aan twee lopen we over de straat, en er is een lange rij, langs de bewakers en dan naar binnen het mausoleum in. We hebben geluk dat Ho er vandaag is, want deze maand is hij normaal op onderhouds-vakantie is Rusland. Oom Ho ligt er vredig bij, en 2 minuten later staan we weer buiten. Er is een groot respect, maar dit wordt minder afgedwongen zoals bij Lenin waar er heel scherp, en voor het gevoel met scherp, werd gekeken hoe je je gedroeg. Het bezoek verliep ook respectvoller dan bij Mao, waar er geen gaten in de rij mochten ontstaan. Indien er een gat ontstond werden de achterblijvers gemaand tot sneller lopen, waardoor erachter weer een gat ontstond en dus overal rennende mensen in de rij. Mao was wel zijn tijd het verste vooruit, want gelijk om de hoek kon de merchandise van Mao gekocht kon worden, hier is het kapitalisme toch iets verder op afstand gehouden. Hoe leg je aan een vierjarige uit wat een opgebaarde man is. We hebben maar gezegd dat het een pop is van de man die op al het Vietnamese geld staat. Een stuk verder staat het beeld van Lenin over een plein uit te kijken, en aan de andere kant van de straat ziet Arjan de toren van Hanoi. Er zijn niet zoveel torens in Hanoi omdat er niets hoger gebouwd mocht worden dan het koninklijk paleis, en als je iets hoopt te zien, dan zie je het ook. Naast de toren is het leger museum waar we, na een heerlijke cheese cake, vanaf het terras van Highland Coffee gratis inlopen. Het is de ideale speelplaats voor een zoon van redelijk pacifistische ouders. Want hier kan Simeon klimmen op allemaal in beslag genomen militaire voertuigen en vliegtuigen van de Amerikaanse oorlog. In tegenstelling tot het War Remnant museum in Saigon, waar de nadruk lag op het anti-amerikaanse en de gruweldaden , is de toon van dit museum meer “na-na-na-na-na jullie hebben verloren”. En de hedendaagse jeugd klimt ook op de voertuigen om foto’s te maken alsof ze zelf het voertuig hebben geconfisqueerd.
Wat Els en Arjan niet lukte, lukte de goed heiligman wel. In de straat met alleen maar speelgoed was er precies één Professor Z. te vinden. Simeon en Professor Z. zijn de volgende dag onafscheidelijk, en in één dag weet Simeon er een echte barrel van te maken. We doen verder de toeristische dingen in Hanoi, en in ons backpack hotel worden we er weer eens op de feiten gedrukt dat wij al heel oud zijn. Els kan zich amper bedwingen om de andere backpackers schoon te poetsen met een luierdoekje als ze vette handen hebben van het broodje gebakken ei bij het ontbijt. Ze geef ze uiteindelijk een servetje. Het water poppen theater is erg leuk maar bij de vis die in een draak verandert zie Simeon problemen ontstaan. “Als de draak niet weer in een vis terug kan veranderen, kunnen ze de voorstelling niet meer doen.” Met de fiets rickshaw worden we door de straten van de oude stad naar de literatuur tempel gebracht. Ik had verwacht dat de fietsers van de rickshaws beresterke fietsers zouden zijn, maar omdat het rondje een uur duurt, waarom zou je dan hard fietsen. Als Arjan een stukje op de fiets rickshaw rijdt gaat het gelijk harder, en wordt de fietser wel erg benauwd of dat wel goed gaat in het drukke verkeer. Met de Zee-post versturen we voor $30 weer een pakketje van 10 kilo naar huis. Nadat we het pakketje perfect hadden ingepakt en met een hele rol plakband hadden dichtgemaakt moet het pakketje weer open om te controleren wat er allemaal inzit. De literatuur tempel is een mooie afsluiter van Hanoi en Vietnam. Hanoi is een leuke stad om te verblijven, en we vinden er eindelijk Miss Saigon, ze was gewoon verhuisd.